Een half uur na vertrek uit Perugia, kwam ik een teken tegen. Het teken van de route van Florence naar Assisi. Ik had deze route voor vertrek in mijn hoofd, maar heb hem uiteindelijk niet genomen. Mooi en zwaar, door de heuvels hier in Umbrië en de hitte. Ik arriveerde gelijk met veel toeristenbussen. Ik was niet alleen gekomen. De heilige Franciscus, geëerd voor het prediken van het eenvoudige leven, zou zich omdraaien in zijn graf als hij dit zou zien. Amerikaanse scholieren in bikini op de foto bij een fontein. Mensen die voor fortuinen een water kopen.
Na 3km besefte ik dat ik niet door kon lopen: het was echt veel te gevaarlijk langs de weg en er was geen geen alternatief. Ik ben terug gegaan naar Orvieto en heb de trein genomen naar Perugia. Een pelgrim die de trein neemt. Is dat niet als een lifter die uit veiligheidsredenen ook maar zijn auto om de hoek heeft geparkeerd? Zo voelt het niet. Ik loop de Via Francigena en maak een omweg om niet te vroeg in Rome aan te komen. Helaas is er wandelend te weinig mogelijk in de streek waar ik was. En een stuk terugkeren was geen optie voor me.
Vanaf een uur of 10 in de morgen arriveren de toeristen met bussen op het plein voor de Dom. Het zijn overwegend gepensioneerden (die op Carry Slee lijken) uit Amerika, Duitsland, België, Nederland, Frankrijk en Japan. Ook zijn er gezinnen met jonge kinderen en jongeren op cultuurreis. Iedereen krijgt een plattegrond bij de toeristeninformatie, heeft de mogelijkheid om een passepartout voor alle culturele hoogtepunten van de stad te kopen en om zich te vergapen aan het zogenaamd regionale aardewerk dat tegen bizarre prijzen verkocht wordt in de kleine winkeltjes rondom het plein.
Via Tamburini, Gambelletta, 22km.
Sms: “Acquapendente – Bolsena, 22 km. Via San Lorenzo Nuovo. Wifi is mogelijk in een bar, ik zal een stukje schrijven en proberen foto’s te sturen. X” (HOERA!)