Egbert loopt naar Rome, dag 95! (Nog maar 5 te gaan!)
Sms: “Viterbo – Vetrella, 30 km, waarvan 13 onnodig. Veel keelpijn. Heb goede hoop dat het overgaat met mijn pillen. Ik loop in ieder geval snel en ben niet extra moe. Geen wifi, moet wachten tot 3 uur. X”
Vervolgens stuurde hij via Whatsapp deze foto:
Een uur nadat de foto binnenkwam stuurde hij weer een sms: “Wat ik je stuurde via Whatsapp was niet helemaal representatief. Ik zit in een Benedictijnen nonnenklooster. Erg streng als je man bent! Vanavond bellen?”
Maar blijkbaar vond Egbert ondertussen toch wifi want zojuist kreeg ik dit via de mail:
Voor het begin van Duitsland – Nederland lag ik al te slapen. Fijn dat ik het gemist heb. Ik werd vanmorgen iets beter wakker dan gisteren. Mijn keel is niet dikker geworden. Het lopen ging prima, maar de route voerde me door een nationaal park (bij Lago di Vico). Dit stond niet in mijn boekje en bleek later 13 kilometer om te zijn. Dat maakte me eigenlijk helemaal niet zoveel uit. Het was er erg mooi. Op mijn kaart zag ik later dat ik vlak bij mijn bestemming van morgen ben geweest. Hier in de buurt zijn veel thermaalbaden. Deze geneeskrachtige bronnen zijn openbaar en erg populair onder de mensen uit de buurt. Ik ben er even gestopt en heb mijn rechterschouder (ooit gebroken, blijft een zwakke plek) besprenkeld met het heilige water. Het gevolg daarvan was een zwerm vliegen die me Vetralla in vergezelde. Mensen zijn nog nooit zo eerbiedig voor me aan de kant gegaan als vandaag. Hopelijk blijven de vliegen bij me tot in de metro van Rome. Deze laatste etappes zijn een soort walk down memory lane. Vandaag liep ik op een pad waar veel omgewaaide bomen over lagen, waardoor ik op mijn knieĆ«n moest kruipen (Bourg St. Pierre). Ik moest mijn stok gebruiken om een hondenaanval af te slaan (Frankrijk). Ik zag iemand van mijn leeftijd zonder tanden (WalloniĆ«). Ik loop al dagen in mijn eentje (Zwitserland). Al die dingen voelen als vanzelfsprekend. Ik neem ze in me op of reageer automatisch. Ik wil niet dat het stopt, het lopen. Elke dag nieuwe dingen zien, bijzondere ontmoetingen. Hoe kan ik mijn open blik van nu straks gebruiken in het dagelijks leven, waar alles hectischer zal zijn? Ik heb er nog geen beeld bij. Morgen meer.