Egbert loopt naar Rome, dag 46!
Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik een lange etappe voor de boeg had: 37km naar Santhia. Toen ik rond een uur of 8 vertrok, was het Italiaanse kanoteam al aan het trainen. Op straat werd ik aangesproken door een man die zich voorstelde als ‘El presidente’. Het bleek Anselmo Valter te zijn, de ViaFrancigena coördinator van de streek rond Ivrea. Hij wilde graag meer weten over mijn reis. Toen bleek dat er een auto te dicht bij de zijne stond, was hij opeens weg, met mijn routeboek, dat hij nog onder zijn arm had. Bij terugkomst toonde hij me een kaart (die ik al had) en vertelde me over de mooie plekken waar ik langs zou komen (waar ik over gelezen had in mijn boek. Vijf kwartier later vervolgde ik mijn tocht. Ik kwam door verlaten dorpen, een beetje vergane glorie, zoals op het platteland van Frankrijk tussen Bar sur Aube en Langres. Mensen zonder tanden, agressieve honden. De natuur was prachtig: kleine heuvels met wijngaarden en lichtgroene bomen en struiken waar achter af en toe een meer verscheen. Lopen zonder bergen voelt als een verademing en de 37 kilometer voelden niet als 37 kilometer toen ik aankwam in Santhia. Daar kon ik de sleutel van mijn verblijf ophalen in een bar. Ik merkte meteen dat ze in Santhia blij zijn met pelgrims. Er staan overal borden met aanduidingen en er is overal korting voor Via Francigenalopers. Santhia moet het er van hebben denk ik. Vanavond komt er een Frans stel aan, dat ook in het ostello zal verblijven. Het zijn de eerste pelgrims die ik zal ontmoeten sinds mijn afscheid van Loic in l’Autre Monde in Frankrijk. Ik ben benieuwd!
Ivrea naar Santhia, 37 km, via Bollengo, Piverone, Viberone en Cavaglia.